Rambling Steve Gardner-HESITATION BLUES CD REVIEW for ROOTS TIME-Europe

RAMBLING STEVE GARDNER – HESITATION BLUES

Steve Gardner werd geboren in Mississippi (°1956), USA. Muziek kwam in Steve’s leven door een oude grammofoon, de transistor radio van zijn neef, de zwart wit TV van zijn ouders thuis en de zondagse kerkdiensten. Zijn onvergetelijke muziek momenten waren echter die, wanneer zijn vader het ritme sloeg met vier keukenmessen, terwijl zijn oom Amos Parker speelde en zong. De eerste muzikant waarmee hij in de jaren ’70 in zijn studententijd op trok, was de Delta blues zanger / gitarist Sam Chatmon (1897-1983) van de “Mississippi Sheiks”. Gardner studeerde toen fotografie en voor enkele foto’s en wat eten mocht hij van Sam op mondharmonica meespelen, terwijl Sam zong. Via de muziek en fotografie komt Gardner in contact met vele muzikanten zoals Jack Owens, Jessie Mae Hemphill, James Son Thomas, Booba Barnes… De raad die hij van al deze muzikanten kreeg was steeds dezelfde: “find your own road into the blues, play your own songs and play them your own way…” In 1980 stopt Gardner als fotograaf bij de ‘Jackson Daily News’ en verhuist hij naar Japan om er als freelance fotograaf te gaan werken voor enkele Japanse magazines en het Amerikaanse weekblad ‘ Time Magazine’ en ‘Newsweek’. Gardner’s vrije tijd ging op in blues muziek en in het maken van een zwart wit fotoboek over de Mississippi en de blues ‘Rambling Mind’ (1994). Zijn eerste album uit 2002 “Rambling With The Blues” is de muzikale evenknie van zijn boek. Zijn  interesses in de muziek vergroten nog en de fotografie komt daardoor op de tweede plaats. Gardner werkt samen met universiteiten in Japan, waar hij de Delta muziek speelt en aan de studenten workshops geeft over de Mississippi en over de cultuur in het Zuiden van de USA. Gardner woont in Tokyo, speelt solo, soms als duo en trio, maar ook met “The Bottleneck Blues Band”. Gardner werkte al eerder samen met “Washboard” Chaz, Bill Steber, Jake “Leg” Stompers, Jett Edwards & “The Believers Today Gospel Travellers”, Brandon Armstrong, “Petrojvic Blasting Company”, Hisa Nakase, Yu Ojima-Jimanica, Kevin McHugh en Nick Vitter.

“Rambling” Steve Gardner speelt op zijn nieuwe album (zijn vierde solo project) “Hesitation Blues” originele akoestische Delta roots en country muziek, waarbij fingerpicking en slide gitaar heel belangrijk zijn. Hij gebruikt echter ook nog andere instrumenten zoals mondharmonica, banjo, washboard en allerhande ‘hand made attributes’. Op het album staat een verzameling van twintig ‘gearrangeerde’ traditionele en originele akoestische roots en blues nummers. De opnamen van “Hesitation Blues” gebeurden in Tokyo (Studio Goatee) èn in New Orléans (Vitter Studios). Op het album werkt  Steve samen met Bill Steber (saw, banjo ukulele, mandolin National Reso-phonic guitar & slide), Hisa Nakase (upright bass), Yu Ojima (drums), Nick Vitter (upright piano, B3 organ, claps & stomps), McHugh (accordion), Brandon Armstrong (tuba, trombone), Ron Bombardi (fiddle), het “Believers Today Gospel Corus” en  Cody Ruth & Mary Vitter (handgeklap). In de opener en titel song 1”Hesitation Blues”(1916 – trad.) horen we New Orléans Dixie straatmuziek, met alle ‘toeters en bellen’: gitaar, banjo, tuba, trombone… en de meester verteller Steve Gardner. Het Delta fingerpicken, Gardner’s typerende gitaarstijl, met de bijhorende footstomp horen we voor het eerst kort in 2”Mississippi River Blues” (2011 – SG). Deze stijl gebruikt hij vaak en kan je ook, iets minder uitgesproken, horen in het sobere 5”In The Pines” (1870 – trad.) of op banjo met mondharmonica en wat droog geshufflel op een kleine trom in 3”Salty Dog” (early 1900’s – trad.). Leuk is hier ook het op en af geroep tussen zanger en koor. Dit is ook te horen in13”Froggy Went A-Courtin’” (late 1611 – trad.). Een van de eigen ‘attributen’ die Gardner in zijn nummers gebruikt is een zaag, die met een vioolstrijkstok bespeeld wordt. Dit horen we in een gekende klassieker van Merle Travis 4”16 Tons” (Merl Travis – 1946 – trad.), waar Ron Bombardi de violist is. Merle Robert Travis (1917-1983) uit Kentucky was een country en Western muzikant. Zijn teksten gaan vaak over het harde leven en de werkomstandigheden van de werkers in de koolmijnen. De bekendste nummers over dit onderwerp zijn “Sixteen Tons" en “Dark As Dungeon”, nummers waarin hij over het gevaar en het gezwoeg zingt van de werkers in de koolmijnen in de Appalachen. Een Dungeon is een onderaardse donkere cel, vaak in een kasteel, waar gevangenen eenzaam opgesloten worden. Johnny Cash covert dit nummer op zijn “Folsom Prison” album. De gitaarstijl van Travis en meer specifiek, zijn fingerpicking, was heel speciaal en wordt ‘Travis picking’ genoemd. Nog een nummer met de aangehaalde ‘toeters en bellen’ is het levendige en gezellige 6”What’s The Matter With The Mill” (1920 – trad.). Waar Gardner op het album in uitblinkt zijn de solo nummers. Alleen met zijn akoestische gitaar en een mondharmonica doet hij het meesterlijk in de twee volgende tracks van grootmeester Robert Johnson en van Jimmy Rodgers. Het gekende en al zoveel keren gecoverd nummer7”Love In Vain” (Robert Johnson – 1937) is ook een van zijn favorieten. Robert Leroy Johnson (1911-1938) is één van de invloedrijkste blues artiesten aller tijden. Hij werd maar zevenentwintig, deed maar twee opname sessies en laat een twintigtal songs na. Johnson woonde op een plantage en leert eerst mondharmonica spelen, maar zijn droom was gitaar te kunnen spelen. Hij leert dit vrij snel met de hulp van de mysterieuze Ike Zinneman. Volgens de legendes was dit in ruil voor zijn ziel, die hij verkocht had aan de duivel. Hij overleed na het drinken van (door een van zijn vriendinnen) vergiftigde whisky. Er zijn graven, maar officieel weet niemand waar hij is begraven… “Love In Vain” is een nummer dat getypeerd wordt door de trieste teksten, toon en stijl. Het nummer is waarschijnlijk geschreven voor Willie Mae Powell. Voor het laatste refrein zingt Johnson twee keren “Oh, Willie Mae”. De gekendste cover van dit nummer is deze van de “Rolling Stones” (1969, “Let It Bleed”). 8”Waiting For A Train” (Jimmy Rogers – 1928). Jimmy Charles Rodgers (1897-1933) was de éérste country superstar en kreeg de bijnaam “The Blue Yodeler”. Hij werkte al vrij jong bij de spoorwegen als ‘remmer’. Het remmen gebeurde handmatig met een handrem op iedere wagon. Hij werkte later als politierechercheur en straatmuzikant. Rodgers had een unieke en zeer krachtige stem. Rodgers bracht twaalf liedjes uit met de titel “Blue Yodel”, waarvan “Blue Yodel No. 1” het meest bekende is (met de tekst “T for Texas, T for Tennessee”). Zijn ‘jodels’ waren géén Zwitserse of Oostenrijkse jodels, maar falsetto blues riffs die hij zong. Op slechts zes jaren nam hij 113 nummers op, waarvan erg bekend “Waiting For The Train”. In dezelfde sfeer drijft het instrumentaal nummer 10”Careless Love” (1880 – trad.). Dit nummer is een jazz standard van onbekende oorsprong. Het bekendste arrangement met muziek en tekst dateert uit 1921 en staat op de naam van J.W. Hardy. De blues versies zijn heel populair. Alhoewel de tekst in de verschillende versies vaak wordt aangepast, vertelt het liedje gewoonlijk over liefdesverdriet dat voortvloeit uit 'careless love'; zorgeloze liefde, liefde die met onverschilligheid wordt beantwoord. Vaak dreigt dan de vertolker ermee haar of zijn onberekenbare geliefde te zullen doden. Van dezelfde componist is 11”St. Louis Blues” (W.C. Handy – 1914.), de populaire blues klassieker van opnieuw W.C. Handy ”The St. Louis Blues”. Er zijn van dit nummer, in totaal uiteenlopende stijlen heel veel bekende covers, waardoor dit nummer vandaag waarschijnlijk al meer covers dan noten heeft. We kennen covers van Louis Armstrong, Bessie Smith, Count Basie, Glenn Miller…Door zijn grote populariteit is dit nummer ook de basis geworden voor de foxtrot. William Christopher Handy (1873-1958) is van jongs af al een heel getalenteerde muzikant, die vooral in de populaire zwarte muziek geïnteresseerd is. Zijn familie echter, verbiedt hem zich daarmee in te laten. Stiekem koopt Handy een kornet (een soort bugel), en leert zichzelf deze te bespelen. Hij ontvlucht Alabama, om via Chicago naar St. Louis te gaan. Daar sluit hij zich in 1986 aan bij een reizend muziekgezelschap, de "Mahara's Minstrels". Wanneer ze Alabama aandoen, besluit Handy om zich hier weer te vestigen. Hij vindt werk  aan de enige zwarte universiteit van de staat. Ook daar beschouwen ze de zwarte muziek als minderwaardig. In 1909 verlaat Handy Alabama en vestigt zich in Memphis. Hier schrijft hij, met als basis de kennis die hij opgedaan heeft over de zwarte muziekstijlen, zijn ‘Memphis blues’. Handy weet dat niet dat hij daarmee een nieuwe muziekstijl, de ‘blues’ introduceert. In 1914 publiceert hij als componist zijn bekendste compositie "St. Louis Blues". In 1941 wordt Handy voor het eerst ‘de vader van de blues’ genoemd. Na een ongeluk in 1943 wordt Handy volledig blind. In 1958 overlijdt hij in NY. Gardner speelt in dit nummer op een National Reso-phonic slide gitaar. Een eerste grote gospel klassieker die Gardner samen met het “Believers Today Gospel Corus” en op orgel begeleid door Nick Vitter doet is 9”Jesus On The Main Line” (1927 – trad.). De processie hopt verder met de tuba van Brandon Armstrong in het Collins’ nummer 12”The Preacher And The Bear” (Arthur Collins – 1904). Arthur Francis Collins (1864-1933) was een bariton die de bijnam kreeg van “King of the Ragtime Singers”. Hij was erg productief en gespecialiseerd in Afro-Amerikaanse dialect songs, met veel effecten en karikaturen. Collins vormde lang het erg populaire duet met Byron G. Harlon. Het bekendste en meest typische nummer van Collins was “The Preacher And The Bear” dat hij voor het eerst in 1905 opnam en de éérste ‘million seller’ werd. Gardner’s voet stomp wordt aangevuld door het geklap met de handen op benen en borst (‘hambone percussion’) in 14”Shady Grove” (late 1700’s – trad.). Nog meer resonator, country mondharmonica en een onweer op de achtergrond in 15”Storms on The Ocean” (Carter Family – 1927), een nummer van de “Carter Family”. De “Carter Family” was een van het Amerikaanse platteland afkomstige, countrymuziekgroep die optrad tussen 1927 en 1943. Hun hillbilly muziek was van grote invloed op zowel de latere bluegrass, country, pop- als rockmuziek. De originele groep was een trio bestaande uit A.P. Carter (zang), zijn vrouw Sara Dougherty Carter (auto harp – een op een citer gelijkend snaarinstrument) en Maybelle Carter (gitaar). In het najaar van 1927 bracht platenmaatschappij ‘Victor Records’ een tweezijdige 78 toerenplaat uit met daarop de nummers “Wandering Boy” en “Poor Orphan Child”. In 1928 werd een tweede plaat uitgebracht met “The Storms Are on the Ocean” en “Single Girl, Married Girl”. Deze bleek zeer populair te zijn. 16”Bill Baily Rag” (2012 – SG) is een bluegrass met veel banjo. Gardner gaat met ons terug met veel ‘toeters en bellen’ in 17”House Of The Rising Sun” (1700’s – trad.). “The House of the Rising Sun” is een zogenaamd traditioneel volkslied uit de Verenigde Staten, vele malen opgenomen en vooral bekend geworden in de R&R versie van “The Animals” (1964). Voordien was het al uitgebracht in folk versies door Joan Baez (1960), door Nina Simone (1961) en door Bob Dylan (1962). In 1969 had de Amerikaanse rockband “Frijid Pink” er wederom een hit mee, deze versie was veel rauwer dan de andere versies. Oorspronkelijk had het lied meer een blues geluid, voor het eerst opgenomen door Texas Alexander (1928) en als folk blues door Woody Guthrie (1940). De tekst, althans delen ervan, gaat volgens sommige bronnen terug tot de 18e eeuw en de melodie zou zijn afgeleid van 18e-, of zelfs 17e-eeuwse Engelse folk. Wat Gardner er mee doet, moet de luisteraar maar zelf beoordelen. Er blijven nog drie klassiekers over. 18”Going Down Slow” (St. Louis Jimmy Oden – 1914). James Burke “St. Louis Jimmy” Oden geboren in Nashville (1903-1977), was een blues zanger en songwriter. Hij leerde zelf piano spelen, vertrok naar St. Louis, Missouri en trad er op samen met pianist Roosevelt Sykes. In Chicago kreeg hij de naam “St. Louis Jimmy”. Hij trekt met een groep blues muzikanten het land door en in 1941 neemt hij bij het ‘Bluebird Records Label’ zijn bekendste nummer “Goin’ Down Slow” op. Andere nummers van hem zoals “Take The Bitter With The Sweet” en “Soon Forgotten” zijn opgenomen door zijn vriend Muddy Waters. Na enkele ernstige ongevallen op de weg, schreef hij nummers voor Howlin’ Wolf, J L Hooker en Muddy Waters. 19”I Shall Not Be Moved” (late 1800’s – trad.). "I Shall Not Be Moved" is een Africa- America spiritual. Het nummer beschrijft hoe de zanger van dit lied, niet zal bewogen worden door zijn geloof in God. Het is vooral (in de wij-vorm) als protest song gekend: “We Shall Not Be Moved". 20”Gospel Plow” (late 1800’s – trad.). "Gospel Plow" (beter bekend als "Hold On") is een traditioneel Amerikaans folk song. De titel komt uit de bijbel: Lucas - 9:62.

Steve Gardner is een Delta blues zanger / gitarist en een verteller ‘puur sang’. Voor hen die van de Delta blues uitgebreid willen genieten en zij die deze muziek wille leren kennen, is dit meer dan een ‘opportunity’. Een grote aanrader!

Eric Schuurmans

www.rootstime.be

 

Line up:

“Rambling” Steve Gardner: vocals, National Reso-phonic guitar & slide, harmonica, banjo, Hambone (body) percussion (video
Bill Steber: backing vocals, saw, banjo uke, mandolin National Reso-phonic guitar & slide,  
Hisa Nakase: upright bass, backing vocals
Yu Ojima: drums
Nick Vitter: upright piano, B3 organ ,claps & stomps, backing vocals
Kevin McHugh: accordion
Brandon Armstrong: tuba, trombone, backing vocals
Believers Today Gospel Corus: Jett Edwards, LaTonya & David Whitiker, Hisa Nakase, Forrest Mitchell Nelson
Additional handclaps: Cody Ruth, Mary Vitter

Track 13”Froggy Went A-Courtin’”: Rambling Steve Gardner (vocals, guitar, harp) – Bill Steber (banjo uke) – Brandon Armstrong (tuba, percussion) – Ron Bombardi (fiddle) – all & Pat Casey Dalely: backing chorus

Discography:

(all on Blues cat records – Tokyo)
2002: “Rambling With The Blues”
2003: “Dare You To Do It Again” (Jessie Mae Hemphill & Friends) – CD/DVD
2005: “Big Delta Crossing”
2007: “Jericho”
2009: “Walking The Dog” – Hoodoo records / Buffalo Records
2011: “Wooly Bully Express”
2013: “Hesitation Blues”

 

 

 

Artiest info
Website  
 

CD Baby

Label: Blues Cats Records (Tokyo)

video
 

Brandon Armstrong, Bill Steber, Steve Gardner, Ron Bombardi

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 

Views: 31

Comment

You need to be a member of RAMBLING STEVE GARDNER-Big Leg Roots & Blues to add comments!

Join RAMBLING STEVE GARDNER-Big Leg Roots & Blues

© 2024   Created by Rambling Steve Gardner.   Powered by

Report an Issue  |  Terms of Service